VBO Vastgoed Adviseur, mei 2020

was niet het ergste. Aan de kant van Willems was de muur met veel vakmanschap afgewerkt. Kosten noch moeite waren daarbij gespaard. Het metselwerk was hoogst vakkundig met een knipvoeg afgewerkt en om de drie meter waren opgemetselde penanten (steunpilaren) aangebracht. Aan de kant van Boom was dat volstrekt anders. Aan deze, voor Willems verborgen kant was de metselspecie in dikke klodders aangebracht en uitgehard. Het metselwerk was slordig uitgevoerd met soms te veel en dan weer te weinig specie. Toen echter op een dag Willems een emmer met uitwerpselen over het jongste kind van vier leegde was de andere emmer, die spreekwoordelijke, vol. Voor Boom was de muur een doorn in het oog. Volgens Boom was deze veel te hoog. Bepaalt het burenrecht niet dat een scheidsmuur maximaal 2 meter hoog mag zijn? Boom voelde zich opgesloten en het uitzicht werd verstoord. Waar eerder ruim zicht was op een parkachtige omgeving, waaronder de tuin van Huize Noorderlicht, was er nu zicht op een hoge onafgewerkte gevangenismuur. Bovendien ontnam de muur heel veel licht in de toch al zo kleine tuin. Boom eiste daarom in kort geding afbraak van de muur. Lesje burenrecht De rechter ging ter plaatse een kijkje nemen. Hij zag dat de muur aan de zijde van Boom inderdaad ruim 2,5 meter hoog was. Aan de kant van Willems was het 2 meter. Vanaf die zijde mocht de hoogte worden gemeten. Deze klacht werd daarom afgewezen. Dat de muur het zicht belemmert en licht ontnam werd door de rechter evenmin gezien als reden om de muur af te breken. Willems was immers eigenaar van zijn grond en heeft daarom ook het recht om een muur te plaatsen. Niet vergeten moet worden dat buren in een volgepakt Nederland een zekere mate van hinder van elkaar moeten accepteren. Er bestaat in beginsel geen recht op vrij uitzicht, laat staan op een mooi uitzicht. Voor wat betreft het verschil tussen voorkant en achterkant van de muur oordeelde de rechter dat er voor degene die een scheidsmuur optrekt geen rechtsplicht bestaat om de achterkant van de muur even mooi te laten zijn als de voorkant waar de bouwer zelf tegen aankijkt. Het is voor de bouwer van een scheidsmuur fatsoenlijk om zich de belangen van de omwonenden aan te trekken, maar hij is niet verplicht om, als hij aan de voorzijde kosten noch moeite heeft gespaard ter verkrijging van een optimaal resultaat, dezelfde aandacht te wijden aan de achterkant waar vooral de buren van genieten. Het ontsierend uiterlijk levert, anders gezegd, geen grond op om te concluderen tot onrechtmatigheid. Maar in dit geval was het verschil tussen voorzijde en achterzijde echter volgens de rechter ronduit bizar. De, vergeleken met de voorzijde, schaamteloos slechte wijze van afwerking van de andere zijde kon door Willems niet anders zijn ingegeven dan door de behoefte om Boom te benadelen. Kennelijk was opzettelijk geknoeid met de ene keer hele grote klodders, en daarna nauwelijks specie. De rechter meende dat er sprake was van misbruik van eigendomsrecht. Dat betekende echter niet dat de muur moet worden afgebroken of dat de beide zijden op een gelijke, kostbare, wijze moesten worden uitgevoerd. Er is immers geen plicht om een muur even mooi te laten zijn aan de voorkant als aan de achterkant. De rechter meende wel dat Willems de muur enigszins moest verfraaien en wel zodanig dat de dagelijkse uitwerking ervan niet langer de buren ten zeerste ergerden. Willems werd veroordeeld om de muur aan de achterzijde netjes te laten stucken. En daarmee moest de familie Boom het doen. (De namen in dit artikel zijn gefingeerd.) Mr. J.A.M. van de Sande www.vandesandeadvocaten.nl Er bestaat in beginsel geen recht op vrij uitzicht, laat staan op een mooi uitzicht. Hij gaf opdracht aan een metselbedrijf om een muur te bouwen langs de perceelgrens. 32 VASTGOED ADV I SEUR | V B O M A K E L A A R . N L MEI 2020

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=